Varsity Magazine

Colofon

De Redactie

Varsity Magazine’ is een uitgave van de Stichting Club van Broekhuizen te Rotterdam   
KvK: 2432.8903

Club van Broekhuizen Arjen Heere, Stephan Bon, Jochem Janssen, Pim Vos, Rutger Mollee, Gerdt Kernkamp, Olaf Neuteboom en Johan ten Berg

Aspirant-leden Luitzen de Boer, Michiel van der Horst en Bob Schipper

Ere-hemel der Oud Hoofdredacteuren Rutger Mollee, Olaf Neuteboom, Johan ten Berg, Bob Schipper, Tjerk Gualthérie van Weezel, Frans Overkleeft, Coen Eggenkamp, Frank van der Ploeg en Wouter de Boer

 

Hoofdredacteur Max Waterreus
hoofdredacteur@varsitymagazine.nl

Adjunct-hoofdredacteur Douwe ‘t Hart

Dagelijkse Redactie Max Waterreus, Douwe ‘t Hart, Omri Blankestijn

Webondersteuning Felix Toutant,  Merlijn Teuben

Beeldredactie Johan ten Berg

Deelnemerskatern Douwe ‘t Hart

Ontwerp Studio Susan Bijen
studio@susanbijen.nl

Vormgeving Josien Brzesowsky

Auteursrecht De redactie heeft haar uiterste best gedaan om de rechthebbenden op alle beelden in dit magazine te achterhalen. Mocht dit niet zijn gelukt, vloek dan eenmaal, tel vervolgens tot tien en stuur ons daarna een mailtje.

Donaties 
IBAN: NL32 RABO 0142 6450 60,
BIC: RABONL2U,

ter attentie van Stichting Club van Broekhuizen te Brummen.

Uw donatie wordt ten zeerste op prijs gesteld.

Redactieadres Rustenburgerstraat 328-II 1072 HC Amsterdam

Redactiemail Varsitymagazine1997@gmail.com

Wij voeren geen zelfstandig adressenbestand. Als u uw adres wilt wijzigen, doet u dat dan bij uw eigen oud-ledenvereniging.

Dankwoord

Een speciaal woord van dank aan onze sponsoren, onze gulle gevers (u dus!) en aan alle geïnterviewde personen, redacteuren en andere betrokkenen die aan de totstandkoming van dit Varsity Magazine hebben bijgedragen.

Het Magazine

Het is 1996, de Holland 8 wint goud in Atlanta, het eerste goud van die Spelen. Heel Nederland smachtte al meer dan een week naar deze gouden medaille. Wat vielen de prestaties van de sporters tot nu toe tegen. De volgende dag pakken de kranten groots uit: “Eindelijk goud!” kopt De Telegraaf in de bekende chocoladeletters.

Onze jongens waren uitmuntend, helden, de absolute top. In de voor- afgaande jaren was de verslaggeving rondom de Varsity wel anders. De Varsity werd steevast weggezet als een corporaal studentenfeestje waarbij supporters naakt het water in springen om hun winnaar te begroeten terwijl op de kant dronken met kluiten wordt gegooid. En dat terwijl acht van de negen bemanningsleden van de Holland 8 ooit goud wonnen op de Varsity. Ook toen trainden ze al serieus. Ook toen waren de overwinningen al vaak net zo zwaarbevochten als de strijd met de Deutschland-Achter in Atlanta.

Deze tendentieuze wijze van verslaggeving stoort twee roeivrien- den, met liefde voor het roeien en de Varsity, al een tijdje mateloos. Ze zien eerste divisie voetbal – met voetballers die rookten voor de wedstrijd – op TV en in de krant, maar missen in de media de topsport die roeien is. Roeien in het algemeen en de belangrijkste studentenroeiwedstrijd van Nederland in het bijzonder worden in de media niet serieus genomen.

Rutger Mollee (Aegir) en Arjen Heere (Triton) besluiten dat dit moet veranderen en dat het hun taak is dit op zich te nemen. Ze vinden dat er beter, positiever en vooral leuker over
de Varsity geschreven moet worden. Dat

ontbreekt er aan. Ze willen serieuze aan- dacht voor de Varsity als sportevenement. Ze willen een magazine uitgeven geheel in het teken van de Varsity.

Als eerste stap mobiliseren ze een aantal Oude Vier vrienden uit andere steden:
Stephan Bon en Gerdt Kernkamp van Laga en Pim Vos en Jochem Janssen van Nereus. Allen roeiden ze de Oude Vier, sommigen met drie keer goud, anderen vooral met mooie herinneringen. Allen delen ze de liefde voor de Varsity, allen zijn ze vrienden. Het Varsity Magazine moet er voor gaan zorgen dat de Varsity nog meer gaat leven. Net als bijvoorbeeld in de jaren ’50 en ’60, toen kranten in de weken voor de Varsity hun redacteuren naar de studentensteden stuurden om de ploegen te zien roeien en daar verslag van te doen in hun voorbeschouwingen. Echter, het belangrijkste van hun samenzijn is de vriendschap, en dat zonder enige concessie.

Het is 1996, clubblaadjes worden soms nog gestencild en deze vijf vrienden willen een glossy magazine beginnen. “Daar heb je toch een grafisch vormgever, een uitgever, een drukker voor nodig,” klinkt het aanmatigend in hun omgeving. De voorzitter van de KNS- RB stelt voor om een paar A4-tjes mee te sturen met de clubblaadjes van de verenigingen. Een magazine tussen de gestencilde bangalijst- jes, dat is niet echt de bedoeling. Nee, het zal echt een glossy moeten worden om zo de Varsity serieuze aandacht te geven, te promoten en op te stoten in de vaart der volkeren.

Om dit te realiseren stappen de mannen in een wereld die geheel nieuw voor ze is. Een van hen heeft gelukkig als baas bij zijn bij- baantje een goede marketeer. Die denkt mee en helpt hen op weg: zo werkt een drukker, zo doe je dat met een vormgever, bestel accept girokaarten en stuur die mee. Het idee wordt geboren om voor iedere KNSRB vereniging een interview te doen met een oud winnaar en een artikel te schrijven over de Oude Vier. Veertien artikelen dus.

Financieel maken de jongens zich geen zorgen ondanks een flink risico. Geld hebben ze niet, wel een rotsvast vertrouwen dat dit ini- tiatief zo mooi is dat iedereen zal willen doneren. Dus wagen ze de gok. Ondertussen zijn er al best wat adverteerders gestrikt. Dat gaat in die tijd nog vrij makkelijk. Als je als adverteerder een doelgroep wil bereiken moet je dat in een blad doen dat jouw doelgroep las. Adverteren op het internet bestond amper in de wereld van Altavista en Netscape. En 6.000 oud studenten is best een interessante doel- groep. Verder staan ze met z’n zessen garant en zullen pogen om met vrijwillige bijdragen de kosten te dekken.

Het idee is om het blad naar alle oud leden van de KNSRB verenigin- gen te versturen. Daarvoor zijn adressen nodig van die oud leden. De verenigingen vinden het behoorlijk spannend om de adressen af te staan aan dit illustere gezelschap. De adresgegevens zijn ook in die tijd immers goud waard. Dus ook dat kost wat overredingskracht.

Als de krokussen de grond uit komen start de volgende fase: de content, zoals we dat nu noemen, verzorgen. Op pad met bloc- note en fotorolletjes gaan de mannen de zeven studentensteden langs. Het magazine bestaat nog niet, dus worden de redacteuren verbaasd ontvangen door de deelnemers. Is dit serieus? Artikel schrijven, foto’s maken, fotorolletje laten ontwikkelen, artikel ter correctie met de post of per fax versturen naar de geïnterviewde, foto’s ergens laten inscannen, want wie heeft er een scanner tot zijn beschikking? Diskettes op de post en het blad laten vormgeven.

Op de avond voor de Heineken moet het ontwerp af zijn. Pim en Jochem hebben een lichte 1e jaars Nereusroeier (zoals we dat in deze tijden van metoo moeten noemen) gevonden die het ontwerp kan doen. Het is al laat, het ontwerp nog niet af en de beste jongen moet gaan slapen. De volgende dag moet hij immers zijn eerste Heineken roeien. Pim en Jochem, samen zes keer goud, staan in zijn nek te hijgen en vertellen hem dat ze zelf ook morgen moeten roeien. Niet piepen dus en doorgaan. Als na het weekend alles gereed is gaat Janssen op de motor op weg naar de drukker met een harde schijf achterop in zijn rugtas.

Alle arbeid resulteert in een groot succes. Het Varsity Magazine 1997 wordt enthousiast ontvangen door duizenden oud roeiers en actieve roeiers. De oud leden worden warm gemaakt voor de Varsity en ko- men in grote getale naar Houten. Het bezoekersaantal loopt vanaf dat jaar hard op. De acceptgiro’s doen ondanks een groep ‘zwartlezers’ hun werk en een financieel debacle blijft uit.

Op het water won Laga, de ploeg waar de lezer van het magazine door de voorbeschouwingen zijn geld al op had ingezet. //

De Club

Arjen Heere en twee van zijn Triton vrienden, Johannes van Melle en René van der Niet wonen al een tijd antikraak in Utrecht, onder andere in het huidige hotel Karel V, als ze door de verhuurder gevraagd worden of ze niet in Leersum wilden wonen. In Leersum of all places! Als ze er gaan kijken blijkt dat ze op een heel kasteel mogen passen. Dat vinden ze een beetje te groot, dus kiezen ze de oranjerie. Ook daar genoeg ruimte voor een aparte strijkkamer, racefietskamer en voor hun vrienden eigen logeerkamers.

Tussen het racefietsen, hardlopen, hout kloven en eindeloze avonden bij het kampvuur, vinden de redactievergaderingen plaats in deze oranjerie van Kasteel Broekhuizen. Daar wordt dus de naam ‘Club van Broekhuizen’ geboren.

Graag zouden de Tritonezen hier trouwens willen blijven wonen en het kasteel en omgeving transformeren naar en unieke locatie van wonen en werken. Het is dus zaak om het bestemmingsplan de juiste richting in te duwen. Een gewiekste lobby wordt gestart. De oud-Oude-Vier-roeiers pappen aan met een aantal vrouwelijke gemeenteraadsleden/wethouders en wandelen hand in hand met ze het landgoed rond. Zij hebben immers wat in de melk te brokkelen als het gaat om een nieuwe bestem- ming van het vervallen kasteel.

Omdat deze studenten weinig anders hebben dan hun imposante lijf, weergaloze charme en onophoudelijke praatjes, moeten ze het daar mee doen in de strijd tegen machtige projectontwikkelaars met hun gepoetste schoenen, te dure auto’s en veel te veel geld. Die strijd ver- liezen ze. Het kasteel blijft nog jaren in vervallen staat tot het eindelijk opgeknapt wordt. Tegenwoordig heet het Parc (met een C, verschoning!) Broekhuizen en heeft het een Michelin ster. //

De Archivaris

In 2002 maakte ik mijn eerste Varsity Magazine als hoofdredacteur. Naast de gebruikelijke deadline-stress leerde ik veel over het tech- nische proces van het maken van een blad. Jarenlang maakte Fre- deriek Zabel ons blad op. Zij werkte indertijd als vormgeefster op de redactie van dat mannenblad dat bekend staat om z’n diepgaande interviews. Ik had daarom altijd grote moeite om de schrijvers ervan te overtuigen dat mijn verzoek om hun kopij te mailen naar frederiek@playboy.nl serieus bedoeld was.

Het afstoffen van oude verhalen rondom de Varsity en de deelne- mende verenigingen werd al snel mijn taak binnen de redactie. Het begon met het bijeen brengen van de Oude Vieren van Njord en Argo die in 1960 een dead heat roeiden. We hadden gebluft dat we filmbeelden hadden waarop de VAR kon zien wie er werkelijk gewonnen had. Ik kan me de lichte spanning bij Wamsteker van Njord nog wel herinneren toen hij de zaal bij Triton, waar de reünie gehouden werd, binnenstapte. “Het gaat me nou toch niet gebeuren dat ik ruim 40 jaar na dato zie dat ik tweede was”, voelde je hem denken.

De beelden van 1960 waren de opmaat naar het verwezenlijken van een grote droom: bij elk magazine een dvd met alle professionele filmbeelden van de Varsity uit de archieven van Polygoon, de NTS en Studio Sport. In 2006 was het zo ver en hielden we op Nereus een reünie van alle levende winnaars op de bewaard gebleven films. Het was emotioneel voor sommigen om zichzelf voor het eerst te zien winnen. Ook was eindelijk te zien hoe vals Laga in 1968 werkelijk startte. Op varsitymagazine.nl kunt u een reportage van deze gedenkwaardige avond zien.

Bijzonder om te vermelden is dat we bij het Filmmuseum een film met het opschrift ‘Op de Zweth, 1905’ ontdekten. Zou dat…?

Ja, bleek na de restauratie. We hadden op de dvd een primeur: de oudste filmbeelden van een sportwedstrijd in Nederland: de Varsity van 1905. In de jaren erna volgde het 125 jaar Varsity boek. Ruud Stokvis beschreef op zeer boeiende wijze de ontwikkeling van het studentenroeien in het algemeen en de Varsity in het bijzonder. Het boek is trouwens nog te bestellen.

Persoonlijk vind ik het verhaal over de ontstaansgeschiedenis van het Laga-lied heel bijzonder. Thopie Wttewaal, zelf winnaar van de Varsity in 1946 en 1947, vertelde in het Varsity Magazine van 2003 dat zijn oudoom Lex van Eelde rond 1881 ter gelegenheid van Sinterklaas op het familielandhuis Wickenburgh (gelegen vlakbij de finish van de Varsity) een lang gedicht over Laga had geschreven voor zijn broer A.C.J. van Eelde. De broers wonnen de allereerste Varsities. Het lied is later door Oberstadt op muziek gezet.

In 2010 voegden we bij het Varsity Magazine de vertaling van de autobiografie van de Russische skiffeur Vjatseslav Ivanov. Samen met de Fin Karpinnen de enige die driemaal goud in de skiff wist te winnen (’56, ’60 en ’64). Ivanov wilde Amsterdam, waar hij in ’64 Europees kampioen was geworden, wel weer eens bezoeken. We regelden een visum en een diner met zijn Nederlandse tegenstanders van destijds en andere topscullers. Jan Wienese werd bij het weerzien met de Rus even fijntjes herinnerd aan de verhoudingen op de apenrots van het roeien: “Eén keer winnen is toeval, Jan”.

In de jaren erna brachten we nog een tweede dvd met roeibeelden uit en plaatsten we de Varsity reportages uit de jaren ’80 van Jan Sander Heutink. Ze zijn nog steeds te zien op het YouTube-kanaal van de Club van Broekhuizen. //